top of page

Wilde Vruchten en Rode Vingers 



De voetbalwedstrijd in Chitimba was nog niet begonnen. Langs het veld stonden de eerste supporters, toen ik haar zag staan: Mery Chavula. Haar lippen en vingertoppen waren opvallend rozerood, een kleur die je niet snel zou verwachten. Ik wist meteen waar het vandaan kwam. Mery had net wilde amandelvruchten gegeten.


De vruchten vallen in het seizoen van de boom en de kinderen rapen ze van de grond. Ze schillen de vrucht met hun mond, waarna het sap van het vruchtvlees de roze/rode kleur op hun lippen en vingers veroorzaakt. Het vruchtvlees zelf heeft een licht zure smaak, maar het draait om de amandelnoot die in de grote pit van de vrucht verborgen zit. De kinderen slaan de pit open en eten het nootje op.


Toen ik Mery daar zag staan, met haar opvallend gekleurde lippen en vingers, keek ze rustig naar de mensen langs het veld. Ze had niet door dat ik haar observeerde. Terwijl ik enkele foto's maakte zonder dat ze het merkte, draaide ze zich plotseling om en keek recht in mijn camera, een moment dat ik meteen vastlegde.



Groet,


 
 
 

Paddenstoelenpracht



Met de komst van het regenseizoen verandert onze tuin in Malawi in een broedplaats voor allerlei paddenstoelen. Overal waar je kijkt, schieten ze uit de grond in verschillende vormen en kleuren. Sommige staan solitair, als kleine eilandjes in de aarde, terwijl andere zich in groepjes nestelen, dicht tegen elkaar aan.


Tussen de steentjes van het zandstrand piepen tere hoedjes omhoog, hun opvallende roze tinten contrasteren met de natte grond. Verderop, in de donkere, vochtige aarde, verschijnen bruine en crèmekleurige paddenstoelen, terwijl op andere plekken witte exemplaren hun kop opsteken.


Het warme, vochtige klimaat laat deze bijzondere paddenstoelen gedijen, alsof de tuin een eigen leven leidt. De paddenstoelen komen en gaan, als een stille herinnering aan hoe dynamisch en onvoorspelbaar de natuur kan zijn.



Groet,



De Eenzame Wachter van de Honingraat



In het hart van onze tuin in Chitimba, vond een bijzondere gebeurtenis plaats. In een hoge boom, stevig verankerd tussen de takken, bouwde een kolonie bijen een indrukwekkend hangend nest. Een meesterwerk van de natuur, een honingraat gevormd uit perfect symmetrische zeshoekige cellen, zorgvuldig opgebouwd uit bijenwas.


Wekenlang waren ze er. Een levendige gemeenschap, onophoudelijk zoemend, werkend, bouwend. Ik observeerde hen, legde hun bezige bestaan vast, de harmonie van hun bewegingen en de toewijding waarmee ze hun huis onderhielden. Hun aanwezigheid was vanzelfsprekend geworden, een klein ecosysteem op zich, tot op die ene ochtend.


Plots was het stil. Het kenmerkende gezoem was verdwenen. De bijen waren weg.


Nieuwsgierig liep ik naar het nest en zag wat achterbleef: een lege honingraat, verlaten door zijn bewoners. Maar niet helemaal. Eén enkele bij zat nog op de honingraat. Stil, onbeweeglijk. Alsof het wachtte op de terugkeer van de kolonie, of simpelweg niet wist waar naartoe. Een eenzame wachter bij een verlaten thuis.


Ik richtte mijn camera opnieuw en legde het vast: de laatste bij, trouw aan wat eens een bruisende gemeenschap was. Een stil beeld van verandering, van hoe de natuur haar eigen weg volgt.



Groet,



Sign up for my mailings list

Thank you for signing up!

bottom of page